donderdag 9 juli 2015

Ik ga op reis en ik neem mee ...

Zojuist heb ik anderhalve kilo drop gekocht, een doos hagelslag en melkpak schuddebuikjes. Als je dit blog leest, heb ik alles waarschijnlijk net uitgedeeld aan de kinderen van T en HW. Best een rare actie want ik ben zo'n zuurpruim die vindt dat je kinderen niet teveel moet laten snoepen. T en HW waarschijnlijk ook maar ik weet zeker dat ze zullen juichen en een zak voor zichzelf proberen te bemachtigen. Want drop missen ze het meest daar in Canada, vertelden ze wel eens.

Wekenlang kon ik er online niets over zeggen want het moest geheim blijven voor T - en ik was er nog wel zo vol van: ik ga naar CANADA! A en ik zijn uitgenodigd door HW. T weet van niets en denkt dat ze haar schoonouders van Vancouver International gaat halen. En dan staan wij ernaast! A en ik, twee NL-vriendinnen die al het al 20 jaar zonder T moeten stellen. 

'Dat wordt janken' zei zoon M met een kennersblik toen ik hem vertelde wat de plannen waren. Hij had er zichtbaar lol in. 'Misschien' zei ik, want je moet die pubers nooit gelijk geven. T werd gisteren 50. Een half leven geleden, ontmoetten we elkaar op de avond-HEAO in Den Haag. In die tijd was dat vier jaar lang, drie avonden in de week naar school, naast je een fulltime baan. Dat schiep een band. HW was toen al T's echtgenoot en vond het na een jaar welletjes. T was meer op school dan thuis en als ze er wel was, moest ze studeren. Er was maar één manier om daar geen last van te hebben: meedoen. HW had een speciale tactiek om gelijk met ons klaar te zijn - de eerste twee jaar in één jaar proppen (ook naast een fulltime baan) - en zo gingen we gezellig met z'n allen nog drie jaar naar school. Ik was vrijgezel en bracht veel tijd bij hen door. We grapten wel eens dat HW ons beider echtgenoot wel leek, zo vaak hing ik daar op de bank. 'Kom', zeiden we dan bij een borrel tegen elkaar, 'we moeten naar huis, HW heeft het eten al klaar'. We hebben in die tijd vaak afgezien, lijkt mij, maar ik herinner me vooral de lol die we samen hadden.

Op een mooie dag gingen T en HW op vakantie naar Canada en kwamen terug met de mededeling ze dat ze daar gingen wonen. Wonen?! Hoezo? Het was er zo mooi zeiden ze, zo wijds, de mensen waren zo vriendelijk en de natuur was zo prachtig. Ik haalde mijn schouders én mijn wenkbrauwen op. De Veluwe was toch óók mooi? Waarom gingen ze daar niet wonen? Dus toen ze zich eenmaal gevestigd hadden, moest ik er wel naar toe om te zien wat ze daar in hemelsnaam te zoeken hadden. En al na drie dagen zei ik tegen B, op wie ik net verliefd was en waarmee ik door een roze wolk naar Vancouver was gevlogen om T en HW's nieuwe homeland te zien - in januari nota bene: 'zullen we hier gaan wonen?' Want het was er inderdaad wijds, prachtig en geweldig. Zelfs in de winter.

In 2008 of zo, vloog ik met G en de jongens naar Canada. En ook wij fluisterden tegen elkaar: 'als de kinderen de deur uit zijn, gaan we hier wonen hè?' Want we snapten wel dat je daar met een samengesteld gezin niet mee aan hoeft te komen en het voor de kinderen niet leuk is om te horen dat je wilde plannen ná hen hebt. Maar wij zijn geen echte globetrotters en na een paar maanden zachte klei onder de voeten, dachten we niet meer aan het plan dat we in die heerlijke hot spring hadden uitgedacht. En het was hier ook best mooi.

Nu vlieg ik dus voor de derde keer naar Canada, dit keer zonder man(en), omdat HW mij (en A dus) heeft uitgenodigd voor een verrassingsfeest voor T. Als ik dit blog online zet, hebben we T's verbaasde gezicht al gezien en zijn we in Vernon aangekomen. De drie vriendinnen (A is overigens een vriendin van voor mijn tijd. A en ik kennen elkaar alleen van de hoogte- en dieptepunten in T's leven zoals het examenfeest en de begrafenis van haar vader) worden er een paar dagen op uit gestuurd zodat HW in alle rust het feest kan organiseren. Mijn mooiste jurk gaat zo in de koffer want de twee Dutchies gaan daar natuurlijk wel even acte de présence geven. Drop is niet het enige dat ze missen.

T I P
----------
Neem net als ik een reproductie van mij als cadeau mee naar het buitenland. De koker stop je vol met andere spullen zodat je geen kofferruimte verliest.

donderdag 11 juni 2015

Met de billen bloot

'Daar kunnen we wel mee aankomen. Toch?' De directeur vroeg het bezwerend, alsof hij zichzelf zo kon overtuigen. Hoofd communicatie knikte instemmend. De ProDemosprijs was klaar - als je het tekstbordje dat er nog op moest niet meerekende - en werd gekeurd door de commissie. Vonden ze mijn creatie mooi?

Maanden geleden kreeg ik de opdracht de allereerste ProDemosprijs te maken. Sindsdien leefde ik met een soort onderhuidse spanning. Mijn glasobjecten vielen in de smaak, ik was er op uitgekozen, maar deze commissie had nog niets in het echt gezien. Ze hadden mij leren kennen als de freelance personeelsadviseur in het huis voor democratie en rechtsstaat. Nu liet ik een heel andere kant van mezelf zien, hier in mijn eigen 'huis', in mijn studio vol fantasie en abstractie. Ik vond het behoorlijk spannend, dus toen ik uiteindelijk – nadat ik uitgebreid had laten zien wat ik allemaal maakte – met rode vlekken in mijn nek het gordijntje van het object trok, kon je me bijna wegdragen.

De voltallige commissie zou twee weken geleden al komen maar door de drukte in de democratie werd de afspraak uitgesteld. Dat gaf mij wat extra tijd om de op binnenkant van mijn wang te bijten en belangrijke beslissingen ten aanzien van het ontwerp nog even uit te stellen. De experimenten met het trompen en drijven van het koper waren mislukt - het koper liet zich niet in de vorm dwingen die wij in gedachten hadden, zelfs niet met de professionele hulpmiddelen die we te leen kregen van de fabrieksedelsmid - maar het zou goed komen, dat wist ik zeker. Dat was altijd zo geweest. En warempel, het machineonderdeel waar we op hadden staan rammen om het koper te bedwingen, bleek - joh moet je nou eens kijken! - precies de juiste vorm te hebben. Je moest er even een stukje uitschroeven en het op zijn kop houden en dan was het perfect.

De projectleider was niet mee gekomen, haar agenda was wederom te vol. Dat begreep ik wel want een Meester Burger is niet zomaar gevonden en voor het uitreiken van een prijs heb je minimaal een winnaar nodig. De directeur en hoofd communicatie stonden er dus met z'n tweeën voor - aan hen de schone de taak het object te beoordelen. Geen eenvoudige opgave want de landelijke pers zou bij de uitreiking zijn en de 'achterban' moest er ook nog blij van worden. Bovendien is een bloem van glaswerk nergens mee te vergelijken en moet je dus helemaal zelf verzinnen wat je er van vindt, zonder referentiekader en graadmeter. En dat in het bijzijn van een met klam zweet bedekte 'moeder' die zojuist eigenhandig de navelstreng van haar eerstgeborene heeft doorgeknipt en zich nabloedend overgeeft aan de uitslag van de eerste testjes: haar kind is het mooiste op aarde, dat zie je zo. Maar wat zeggen de deskundigen? Zit alles er wel aan? Is-ie niet te groot? Niet te zwaar? Goed van kleur?

En bovenal: kun je er mee aankomen?

Toen ik opgroeide, deden ouders en leerkrachten nog niet aan uitbundige lofzang. Wij kregen meestal een advies mee: als je dit nu nog even verbeterde en dat nog even aanpaste, kón het wel eens wat worden. Ik weet nog dat ik met stomheid was geslagen toen mijn moeder trots 'ja' knikte op de vraag van mijn tante of ik voor haar ook zo'n poesje van pastelkrijt wilde tekenen. Ze vond 'm dus móói?

Dus toen ik mezelf daar in de studio voor de leeuwen wierp, de prijs met een trillende zwier onthulde en de tweekoppige commissie in eerste instantie niet verder kwam dan 'ja …, nou …, ja … goh … ja … mooi … ja, mooi wel', was ik niet meteen gealarmeerd. Ik realiseerde me dat je soms even moet wennen en de dingen op je moet laten inwerken. De hersenen hebben de tijd nodig om zich te realiseren wat ze zien, te meten, te vergelijken en met andere ogen te kijken. En als mensen samen kijken, wachten ze elkaars reactie af. Ga jij niet enthousiast gillen? Dan hou ik me ook een beetje in. Er spoken ook meteen allerlei zorgen door het hoofd: wat zeggen mijn collega's ervan? De pers? Het publiek? De rest van de wereld? Jij als kunstenaar bent echt niet de enige die daar staat te zweten.

De volgende ochtend weer op het werk als personeelsfunctionaris lieten mijn collega's mij al bij het eerste kopje koffie weten dat de commissie enthousiast was teruggekomen van hun werkbezoek aan Koog aan de Zaan. Ik had een prachtige prijs voor ze gemaakt, zó mooi dat hij al in juli moest worden tentoongesteld in het bezoekerscentrum in Den Haag opdat iedereen er alvast van kon genieten. Ja, ze waren er echt héél blij mee. Ze hadden alleen wel één advies: er moest nog even een goed tekstbordje voor worden gemaakt.

T I P
----------------------------
Koester je opvoeding. Je kunt zelf niet inschatten wat wel of niet goed voor je was. Eer uw vader en uw moeder is het vijfde 'gebod' van de 10 Joodse woorden. In de kaartenserie 10 kanten zijn de woorden door La Scuola | academie voor levenskunst hertaald naar deze tijd. Zo werd het vijfde woord: 'Erkennen – wie maakt wie wij eigenlijk zijn?' Voor het vormgeven van de 10 kaarten heb ik mijn eigen werkstukken gebruikt. De set is te koop via de website van La Scuola. Mooi als cadeau of om kaart voor kaart op de kachelschouw te zetten.

En ga naar ARTzaanstad. Dat is dit weekend!


woensdag 3 juni 2015

Gewoon K dus

Vroeger las ik van die vuistdikke romans over Chinese vrouwen die na vier generaties onderdrukking eindelijk met rust gelaten werden. Of over verwaarloosde kinderen die hun kostje bij elkaar moesten scharrelen in de drugsscene. Ik verslond ze, heerlijk die drama's van een ander. Je kon er zo lekker bij wegzwijmelen en zwelgen in je eigen verdrietjes. Ook de woensdagavondfilms waren bij mij in trek. Waar-gebeurde-verhalen over de ultieme liefde die steevast te laat kwam omdat de hoofdpersoon nèt doodging aan een verwaarloosde ziekte of systematisch geweld. Geen redden meer aan maar eindelijk - éindelijk die welverdiende liefde. Je kon mij wegdragen na zo'n film. Dikke ogen van het huilen en een lekker zwaar gemoed. Zie je wel dat het leven klote is? Het valt allemaal helemáál niet mee. 

Maar een paar jaar geleden was het opeens over, die hang naar dramatiek. Verwikkeld in het zoveelste verschrikkelijke levensverhaal kon ik dat drukkende gevoel niet meer verdragen. Ik wilde licht en luchtigheid. Als ik toch bezig was me aan de werkelijkheid te onttrekken met een boek of een film, wilde ik een wereld waarin alles kon en mocht. Ik wilde een happy end – ik wilde Richard Gere die met Jennifer Lopez het beeld uit danste in plaats van te sterven als Jack Sommersby naast Jodie Foster. Ik wilde mee-swingen, niet meer mee-huilen.

Was het de leeftijd? Ik had me altijd afgevraagd wat er met je gebeurde als je volwassen werd. Was dit het?

Op de terugweg van Delft dacht ik na over de woorden die ik op de heenweg in de kaart voor vriendin Chantal had geschreven. Ik was naar haar boekpresentatie geweest en wist dat er iets niet klopte aan wat ik haar had willen zeggen. Chantal had geblogd over haar leven als borstkankerpatiënte en daar was nu een boek van uitgebracht. Ze was gewoon begonnen, ruim een jaar geleden, om haar familie en vrienden op de hoogte te houden van haar situatie. Ze maakte elke dag een selfie en blogde bijna wekelijks over wat de ziekte en de behandelingen met haar deden. En met haar gezin. En dat had ze op zo'n indrukwekkende manier gedaan dat daar dus een boek van was gekomen. Chantal bekeek de dingen met realisme en harde humor en had zelfs in de zwartgalligste periode van haar leven bijna elke episode afgesloten met een positieve gedachte, een grap of een advies. Dat zei de uitgever in zijn de speech bij de presentatie. Ik kon me er alles bij voorstellen, zo kende ik Chantal. Maar zelf had ik er vrijwel niets van gelezen. Na het eerste blog was ik stilletjes afgehaakt. Een jaar lang heb ik me afgevraagd waarom.

In de kaart had ik geschreven dat ik het boek wel zou kopen maar niet ging lezen. Dat wist ik al dus daar wilde ik liever eerlijk over zijn. 'Ik kan niet goed uitleggen waarom', schreef ik, 'maar het voelt als 'ik kan het niet aan'. Wat ik bedoelde, realiseerde ik me op de terugweg, is 'ik wil het niet weten'. Het was goed gekomen met Chantal en daar was ik elke aardse én bovenaardse kracht dankbaar voor, maar ik wilde niet weten door welke hel ze gegaan was. Niet tijdens en niet daarna.

Door haar blog kwam het te dichtbij denk ik. Als het niet goed met iemand gaat met iemand waar ik om geef, krijg ik de onweerstaanbare behoefte om troostende mails te sturen, eten te koken, het huis te soppen, met de kinderen op pad te gaan en manlief te steunen. Ik denk dan serieus dat het zonder mij niet goed komt. Maar ik wist ook dat dat er niet inzat. Dochter S en zoon B zoals Chantal ze noemt in haar blog, kenden mij nauwelijks en Delft was niet om de hoek. De zorg voor mijn vader en mijn eigen gezin viel me soms best zwaar en ik had al aardig wat mensen om mij heen die in een crisissituatie zaten. Daar deed ik ook al te weinig voor. Dus ging ik voor de oplossing die het meest voor de hand lag: mijn kop in het zand steken en wachten tot het over was. Via facebook hield ik in de gaten welke kant het op ging met Chantal en haalde opgelucht adem toen haar chemo's over waren en haar laatste behandeling werd gevierd. Pjoe, ze had het gered. Zonder mij. Wat een kanjer!

Chantal heeft mij niet kwalijk genomen dat ik er in die moeilijke periode net zo weinig was als in de jaren daarvoor. Onze vriendschap stond al in de spaarstand door het leven dat aan ons begon te trekken toen we volwassen werden. De zorg voor het gezin, je ouders, je werk, je relatie, je huis, je tuin … Ik was gewoon weer welkom op haar boekpresentatie, net als op alle verjaardagsfeesten die ze had georganiseerd en waar ik ook niet was geweest (te druk, te ver, te moe).

De boekpresentatie was de leukste presentatie ooit. De horecagelenheid barstte zowat uit zijn voegen van de enorme hoeveelheid vrienden die speciaal voor Chantal waren gekomen. In haar speech bedankte ze iedereen voor alle hulp die ze had gekregen, alle kaartjes, mailtjes en lasagnaschotels. Weer haalde ik opgelucht adem. Anderen hadden mijn taak dus gewoon overgenomen. Pjoe ...

Misschien lees ik Chantals boek nog wel eens - in het bejaardentehuis of zo, als ik over niets anders hoef na te dan het weekmenu of het moment waarop ik naar de kapper moet. Dan kan ik het misschien wel weer aan. Tot die tijd luister ik er naar. Chantal heeft voorgedaan hoe dat moet. Kijk maar op haar facebookpagina.

T I P
---------------------
Chantal Deen's boek heet Gewoon K en is te koop bij boekhandel Thyuser in Delft of online bij op haar eigen website Gewoon K en bij bol.com. Als ze het voor je signeert schrijft ze er iets leuks bij. Maar dan moet je wel de mazzel hebben bij een signeersessie te zijn.


woensdag 27 mei 2015

Moeders wil is wet - wen er nou maar aan

Mijn moeder belde een paar weken geleden met een verzoek - zoals zij het noemde: 'ik heb een idee en jij moet het uitvoeren'. 'Dat is goed', zei ik, nog voor ik wist wat het was. Heel ingewikkeld kon het niet worden. Mijn moeders wensen waren gekrompen in de loop van haar leven. Net als zij. Daarnaast had ik geleerd dat het veel handiger is om je moeder gelijk te geven. Daar had ik 45 jaar over gedaan, maar beter laat dan nooit. Zoon L is veel slimmer. Die was krap 16 toen hij liet vallen dat je nooit tegen volwassenen in moest gaan. 'Dat verlies je altijd', zei hij serieus, 'je kunt ze beter gelijk geven en dan doen wat je zelf wilt'. Hij ging om een incidentje op school. Leraren zijn even onredelijk als ouders. Je doet zo je best en toch is het niet goed. 

Wat mijn moeder wilde was een familielunch. 'Want', zei ze, 'de kerst is helemaal verkeerd gelopen (mijn vader stierf) en jullie hebben je verjaardagen niet gevierd (M en ik zijn allebei in februari jarig. M werd 18 maar we konden geen geschikte datum vinden omdat hockeyfeesten ook belangrijk zijn, mijn broer vaak in het buitenland is voor werk en mijn nichtjes toevallig ook watermannen en vissen zijn die wél op tijd hun feestjes aankondigen).' Een ander argument was dat de overgebleven opa's en oma's nu zo oud werden dat je niet lichtzinnig meer kon omspringen met een gemist familie-evenement. Dat mijn moeder zelf haar verjaardag nooit viert (een maart-vis, ik mag dan zelfs niet op de koffie komen) en in december nog tegen mij riep dat ik de pest kon krijgen met m'n kerst (omdat ik me liet verleiden haar toch voorzichtig iets te verwijten) bracht ik maar niet te berde. Ook haar waarom-vraag, als ik bij haar langs wil komen, leek me geen argument. Dus zei ik 'natuurlijk mam, leuk, dat doen we! Wie moeten er allemaal komen en wanneer?' want familie is bij ons een rekbaar begrip.

'We doen het op Moederdag', had ze al gepland, 'want dan moet iedereen toch al op familiebezoek en dat kunnen we dan mooi combineren. Alle moeders bij elkaar. Zo hoeft niemand een ander weekend op te offeren. Jullie hebben het allemaal druk en verder toch geen tijd.' Voor mijn vijfenveertigste riep ik op zo'n moment gefrustreerd 'hoezo geen tijd? Heb ik ooit gezegd dat ik geen tijd voor je heb?!', maar dat doe ik dus niet meer. Tegenwoordig geef ik gewoon een compliment: 'goed bedacht mam, fijn dat je zo aan ons denkt', en luister ik aandachtig naar haar plannen. Echt hoor, dat werkt. Je moeder wordt er gezellig van en winnen doe je toch niet.

'Het kan toch wel in die fabriek van jou', gaat ze verder, 'we zijn met zijn zeventienen. Daar hebben we ruimte genoeg en kan iedereen zo hard lachen als hij wil.' Mijn moeder is nogal luidruchtig als ze het naar haar zin heeft. 'Zeker' hoor ik mezelf zeggen, 'prima idee. Ik verzet de proefdraaimiddag van ons nieuwe evenement wel, geen probleem', want ze was kennelijk vergeten dat we ook niet op hoefden te komen op Moederdag ('allemaal commercie'). Blij gaat ze verder: 'ik betaal maar jij moet dus de boodschappen doen. Niks bijzonders hoor, gewoon een koude lunch. Broodjes en beleg. Meer niet. Dat kun je 's ochtends wel even halen. Ik heb liever dat jij dat doet want jij regelt wel vaker een lunch voor grote gezelschappen en weet precies hoeveel je nodig hebt. Dan blijft er ook niet zoveel over. (Was dat een compliment?) Ik bel je broer, nodig jij dan je schoonmoeder en Geert's zus uit?'

Het kon ook te gek.

'Het is jouw lunch mam', opperde ik moedig, 'ik doe de boodschappen, jij de uitnodigingen'. Stilte aan de andere kant van de lijn. Ik hoorde haar denken 'buiten m'n comfort-zone … maar ze heeft een punt'. 'Goed', gaf ze toe, 'maar jij belt Geert's vader.' Overrompeld door de overwinning ging ik akkoord. Natuurlijk.

(Het telefoontje met Geerts moeder leverde haar een gezellig telefoongesprek van een uur op waarin ze de enthousiaste reactie op haar voorstel zelf in ontvangst kon nemen. Win-win, zeg ik, soms is een beetje tegengas best zinvol. Maar dat terzijde.)

Uiteindelijk bleek niet iedereen op Moederdag te kunnen dus 'offerden' we toch maar een ander weekend op. En zo kwam het dat we afgelopen zaterdag alle zeventien gepikt en gesteven om 13.00 uur op de fabrieksstoep stonden, met goede zin, een zelfgemaakte quiche en brownies (Geerts moeder), home made chocoladetruffels (Geerts zus) en twee prachtige boeketten (van schoonzus en haar zus) voor de gastvrouw. Dat was ik, want ik had tenslotte de soep gemaakt (eigenwijs!), de boodschappen gedaan, de studio opgeruimd en een gezellig buffet klaar gezet. Bijna allemaal op zaterdagochtend.

Natuurlijk werd het een heerlijke 'extended' familiemiddag. Iedereen had het naar zijn zin en wilde weten wanneer de volgende lunch was.

Dat hadden we dus best goed geregeld, hè mam?

T I P
-------------
Geef je moeder gelijk en organiseer je familie- of zakenlunch in Studio KADZ met uitzicht op de Zaan. Er zijn 24 zitplaatsen aan tafel maar in buffetvorm is er ook genoeg plek voor een wat groter gezelschap. Als je wilt, doe ik de boodschappen en maak ik soep, maar je kunt het ook allemaal zelf meenemen. Voor een sjieke lunch of een kookworkshop kun je beter naar KookaandeZaan gaan, de  kookstudio op de begane grond. Daar is zelfs een steiger voor de deur waarop je een viswedstrijdje kunt houden. Bij de fabriekers Iris Vogt en Karin Seine op de derde en vierde etage volg je een schilderworkshop waarbij je meteen je innerlijk kunt onderzoeken en bij Marja Schilt, in het andere uiteinde van de fabriek, leer je edelsmeden en werken met zilverklei. Indien gewenst maken we interessante combinaties.
En je kunt inderdaad best wat herrie maken in de fabriek. Dat had mijn moeder goed gezien.

woensdag 20 mei 2015

Van A naar B, een kwestie van ergens beginnen

Afgelopen zondag (17 mei 2015) was de grote dag. We hadden het voor elkaar gekregen om Studio KADZ om te toveren tot een galerie van internationale allure. Het publiek vond haar weg door het labyrint van de fabriek en liep aandachtig door de bijna museale studio, keek bewonderend naar de potloodtekeningen van Raymond Huisman, de pentekeningen van Rik Balder, de foto's van Gerjanne Tiemens, de krijttekeningen Salwa en mijn kleurige collages. Ook de reproducties die we van de werken hadden gemaakt, kregen ruim de aandacht. Ze werden gekeurd, besproken, gekozen, opgestapeld en … weer teruggelegd. Niemand ging tot aankoop over – op twee kunstenaarsmoeders na. Heel lief natuurlijk, maar wat wij graag wilden was verkopen aan onbekenden. Aan kunstliefhebbers die euforisch waren omdat ze ons gevonden hadden, een buitenkansje zagen in onze gelimiteerde reproducties en met een zichtbaar geluksgevoel bij ons kwamen afrekenen. We hadden gewild dat we in de loop van de middag 'nee' moesten verkopen omdat de laatste exemplaren van de achteraf véél te gelimiteerde oplagen nu nét over de toonbank waren gegaan. 

Een utopische gedachte natuurlijk, dat begrijpen wij ook wel. Maar je moet ergens van dromen. En érgens beginnen. Dus hebben we enthousiast A gezegd. We hebben gezorgd voor een professionele entourage, een goed verzorgde uitnodiging, een evenement aangemaakt op facebook, al onze facebookvrienden uitgenodigd, de samenwerking gezocht met de grootscheepse publiciteitscampagne van de expositie naast ons en er over gepraat met iedereen die naar ons wilde luisteren. We hadden gedacht dat we daarmee een heel eind zouden komen, zeker nu ons eigen netwerk vijf keer zo groot was geworden. Misschien hebben we het best goed gedaan, was het de perfecte basis voor B, maar toch, we hadden we er wat meer van verwacht ...

Het reproduceren van kunstwerken is hot. Het Volkskrant-magazine kwam onlangs met een vergelijkbaar aanbod: dertien speciaal voor de gelegenheid geselecteerde kunstenaars boden hun werk aan als reproductie in een gelimiteerde oplage. Met echtheidscertificaat. Net als wij. De tijd is er dus rijp voor. Je moet alleen even zien uit te vogelen hoe je de juiste doelgroep bereikt. En hoe je een de wind een beetje mee krijgt. Het zou me niet verbazen als de kunstenaars uit de Volskrant hun reproducties wél aan gretige onbekenden verkochten. Maar als niet de exposure hebt van een grote krant, wat doe je dan?

B zeggen.

Dus zijn we begonnen met de acties die we nu kunnen bedenken. Een aantal bezoekers heeft zich afgelopen zondag ingeschreven voor de nieuwsberichten van Studio KADZ. Die sturen nog deze week een mail waarin we ze wijzen op de mogelijkheid de reproducties aan te kopen via de KADZ-site. We zetten de reproducties online, dat was nog niet gebeurd. Dat laten we vervolgens ook aan de rest van onze netwerken weten. Daarnaast maken we van KADZ [ r e ] p r o d u c e e r t een maandelijks terugkerend event, bijvoorbeeld op elke eerste zondag van de maand. We melden dat aan bij de overkoepelende kunstorganisaties in Noord- en Zuid-Holland. Misschien laten we elke maand een andere kunstenaar over zijn of haar werk vertellen - het verhaal achter kunst maakt het werk vaak nóg aantrekkelijker. De facebook-pagina van Studio KADZ gaan we intensiever gebruiken door te laten zien met welke projecten de kunstenaars bezig zijn. Er is zelfs gesproken over het bedrukken van shirts met onze tekeningen. Misschien kunnen we er zelfs theedoeken van laten maken of zijden vitrage … (Doordraven mag hè, in de brainstormfase.)

Kortom, we komen op stoom, we gaan gewoon door met B zeggen. Als je suggesties hebt, zijn die natuurlijk welkom. Lumineuze ideeën ook. Wij staan overal voor open. Een heleboel bloglezers weten meer dan vijf kunstenaars, is onze insteek. Binnenkort ook maar even bij moeders op de thee ...

T I P
--------------
Like alvast de facebook-pagina van Studio KADZ (https://www.facebook.com/studiokadz). Er staat namelijk wat te gebeuren de komende tijd ...

woensdag 13 mei 2015

Vóór het vloeken de kerk uit graag ...

'Misschien is het wel heel Christelijk', appte mijn schoonzus over de herdenkingsdienst in het verpleeghuis van mijn vader. 'Echt iets voor Franz'. Er stond een knipoogje achter. Mijn vader was alles behalve kerkelijk. Als rasechte havenarbeider deinsde hij niet terug voor een godvertje hier en daar. Al helemaal niet meer toen hij door de Alzheimer elk decorum voorbij was. 'Godverdomme wat is het koud zeg', citeren wij hem grijnzend, als we worden overvallen door een koufrontje. Mijn vader vloekte het temperatuurverschil tussen binnen en buiten hartgrondig weg als wij hem meenamen voor een wandeling. Ook in de zomer. Zo leerden we dat je van een door Alzheimer aangetast brein niet alleen ongenuanceerd gaat doen, maar ook dat het hier en nu het allerbelangrijkst is. Aan 'we gaan zo de hoek om pap, daar is minder wind' of 'wacht maar tot we in de schaduw zijn, daar is het wél lekker' had hij geen boodschap. Hij had het koud godverdomme (of bloedverziekend heet) en wilde daar gewoon vanaf. Niet straks maar nu.

De herdenkingsdienst werd inderdaad geleid door de dominee van het verzorgingshuis. Het was maar goed dat mijn vader niet lijfelijk aanwezig was, want het was er behoorlijk benauwd. Maar áfwezig was hij ook niet. Zijn naam stond, samen met de namen van de andere bewoners die in het afgelopen half jaar gestorven waren, met grote letters in het programmaboekje. Allemaal keurig op een rij. De dienst draaide om hen. Nog één keer waren zij de reden van een bijeenkomst, van een programma dat speciaal voor hen was samengesteld. Voor hén waren wij naar Sonneburgh gekomen, waren er rozen ingekocht, was er een violist uitgenodigd en werd er koffie gezet. Dat vond ik mooi – zo kon mijn vader nog één keer schitteren.

De aula kon wel wat stylingsadvies gebruiken, maar de bijeenkomst zelf was prachtig. Er werden gedichten voorgedragen, viool gespeeld, liederen gezongen en het 'onze vader' gebeden. Voor elke bewoner die in het afgelopen half jaar was gestorven, stond er een stevige witte roos klaar. De namen van de overledenen werden voorgelezen terwijl hun naamkaartje aan een roos werd geknoopt, die vervolgens door ons, de nabestaanden, in ontvangst werd genomen. Er waren bijna veertig rozen maar meer dan de helft verhuisde naar een vaas die daar speciaal voor was neergezet. Dat hield mij bezig. Hadden die mensen geen kinderen? Waren ze niet geliefd? Of woonden hun nabestaanden heel ver weg? Waren die dan ooit wel op bezoek gekomen?

Tijdens de koffie kreeg ik de gelegenheid deze prangende vragen voor te leggen aan hoofd van mijn vaders afdeling. M, die op haar praatstoel zat (ze klapte behoorlijk uit de school over het wel en wee van de afdeling nu wij geen 'klant' meer waren. Erg interessant, want zo bleek postuum dat onze eigen analyses zo gek nog niet waren ...) vertelde dat sommige mensen inderdaad van ver moesten komen, met vakantie waren of het gewoon niet aankonden, zo'n herdenkingsdienst. Een groot deel van de mensen was tenslotte nog maar kort geleden overleden. Daar had ik nog niet aan gedacht. Mijn vader was al bijna vijf maanden dood. In de rij van namen al een oudgediende. Vijf maanden … Zat ik mij daarom tijdens de dienst van alles af te vragen? Zelfs de zakdoeken die mijn schoonzus had meegenomen, bleven ongemoeid.

Toen we binnenkwamen had M met een stemmig gezicht gevraagd hoe het met mij ging. Ik was een beetje verbaasd. 'O ja', dacht ik, 'dit is een treurig moment, dat was ik even vergeten'. Ik had juist naar de herdenking uitgekeken, vond het fijn om weer even samen iets met mijn vadertje te doen. Het was al weer zo'n tijd geleden. Want ik mis hem niet echt en ik ben ook niet zo verdrietig over zijn dood, maar als ik de kans krijg om weer even dicht bij hem te zijn, laat ik die niet lopen. Dan stap ik in de auto en rij ik naar Rotterdam, draai ik de parkeerplaats op en kijk ik omhoog, naar het raam waar hij achter had kunnen zitten, begroet ik de verzorging en maak ik een praatje. En als er gezongen wordt, dan zing ik mee, zelfs als het een Christelijk lied is met een onbegrijpelijk ouderwetse tekst en een onnavolgbaar lelijke melodie. Ik luister zelfs aandachtig naar het gebed. Dat heb ik van mijn vader, denk ik, die hield ook wel van een feestje. Zo'n avondje herdenken had hij vast leuk gevonden. Het had er alleen niet zo bloedverziekend heet moeten zijn …

T I P
-----------------
Als je tijd hebt voor vrijwilligerswerk zou je naar een verzorgingshuis kunnen gaan. Mijn vader vond het heerlijk dat Joke op dinsdagavond de krant doornam met een klein groepje bewoners. Ze begrepen vaak niet waar het over ging maar dat deed er niet toe. Joke stelde van die vragen als 'wie heeft er ook wel eens dansles gehad' als een artikel daar aanleiding toe gaf. Zo maakte ze de tongen los en bracht ze een kostbaar moment van gezelligheid. Het zou mij niets verbazen als mijn vader op dinsdagnacht de mooiste dromen had.

* Bij elk bezoek maakte ik een foto van ons samen in de lift, op weg naar een wandeling of een bezoek aan het Zuidplein voor een ijsje of een kopje koffie. Als je ze allemaal achter elkaar ziet, zie je in feite het hele ziekteproces. Een dierbare serie waar ik misschien nog wel eens iets mee ga doen.

woensdag 6 mei 2015

De kunst van het loslaten

'Doe jij ook eens zo'n proefexamen mam'. M had een blos op zijn wangen van het slaapgebrek. 'Als ik gedoucht heb en aangekleed ben', zei ik, want mijn koffie was nog niet op en ik had er helemaal geen zin in. Je begrijpt wel waarom. Vriend R viel hem bij. 'Ja, doe nou maar, kunnen we lachen.' R logeerde bij ons om M te ondersteunen bij het leren. R zag er nog best wakker uit. 

Een kwartier eerder was ik slaperig de woonkamer in gelopen. Het was half acht, woensdagochtend, meivakantie. Zoonlief zat rechtop aan de keukentafel achter zijn laptop. R lag onderuitgezakt op de bank en streelde mijn iPad. 'Jullie gaan me toch niet vertellen dat …' 'Nee hoor', viel R mij in de rede, 'we zijn gewoon naar bed gegaan'. Zoonlief klikte geconcentreerd verder. Ik stelde de koffiemachine in en keek om me heen. De tafel was bezaaid met pakken dubbelfris, snoeppapiertjes en shag. Uit de laptop kwam een blikkerige stem die verkeersvragen stelde met de verkeerde intonatie. Toen de koffie was doorgelopen mompelde M: 'yes, gehaald!'. 'Hoeveel proefexamens heb je gedaan', vroeg ik. 'Zevenendertig', zei M afwezig. Mijn hersenen begonnen langzaam te werken. 'Jullie zijn helemaal niet naar bed geweest hè?' 'We hebben wel een uurtje geslapen', zei M. 'In de stoel en op de bank', voegde R enigszins beschroomd aan toe. 'Hoeveel proefexamens zijn er eigenlijk?', vroeg ik. 'Vijftig', antwoordde M.

Natuurlijk vond ik dat je uitgeslapen naar je examen moest, dat je uitgerust moest zijn om goed te kunnen nadenken en dat je sowieso geen nacht kon overslaan. Zeker niet vóór the big day. Maar dat zei ik niet. Ik zei 'ja' toen M vroeg of ik hem om tien uur wilde wekken zodat hij ook de laatste proefexamens nog kon doen. Hij was gezakt voor negenendertig. Het was half negen.

De afgelopen zomer had ik geleerd dat my way niet (meer) the high way was. Ik had mijn zoon jarenlang begeleid bij zijn schoolwerk, regels gesteld ten aanzien van thuiskomen, roken en drinken en een hoop tranen gelaten. Want het was niet makkelijk, zo'n puber in huis die een hekel had aan school, nergens over wilde praten, matige cijfers haalde en voor de tweede keer bleef zitten. Boos hief ik mijn vinger naar hem op en beet hem toe dat hij kon rekenen op een nóg strenger regiem. Hij knikte. Wat moesten we anders?  

Toen het nieuwe schooljaar dichterbij kwam, vroeg ik me af hoe ons leven eruit zou gaan zien onder zo'n extra streng regiem. Hoe zou ik die rol gaan vervullen? Moest ik nog vaker er nog harder politieagentje spelen? Wéér met de mentor praten over het feit dat hij de lolbroek uithing in de klas? In februari zou hij achttien worden. En dan? Zou hij überhaupt op school blijven? Wilde ik al die moeite nog wel doen? Eigenlijk had ik er schoon genoeg van … Had ik mijn taak niet al vervuld? 

Opeens werd het me duidelijk. Het was mooi geweest. M had zijn havo-diploma kunnen hebben. Hij had zijn tijd gehad. Hij mocht het zelf gaan doen. Als hij echt hulp nodig had, zou ik er voor hem zijn maar ik ging niet meer met de mentor praten over zijn gedrag en al helemaal niet meer vragen of hij zijn huiswerk wel gedaan had. Ik kreeg acuut goede zin. Zó gingen we het doen.

M moest even wennen - de eerste twee weken was hij niet aanspreekbaar. Ik had hem in de steek gelaten. Nu stelt hij mijn aanpak als voorbeeld bij zijn vrienden. Hij leert op zijn eigen manier en dat werkt. Het theorie-examen heeft hij gehaald, in één keer. Ik durf te wedden dat hij volgend jaar gewoon zijn havodiploma haalt. En dat ik dan weer in tranen ben. Maar dan van geluk.

T I P
---------------
Laat het los. Wat het ook is, laat het los. Er hoeft alleen maar een hoop liefde in, meer niet.